Aanleg van de bestrating
Bij aanleg van bestrating is allereerst belangrijk dat er een juiste onderbouw gemaakt wordt waarbij ook rekening gehouden wordt met eventuele putten of filtratiekratten tbv afwatering.
Bij het maken van de onderbouw zal eerst nagegaan moeten worden wat de doeleinden van de bestrating gaan worden. Bij een oprit zal er sowieso puin onder moeten komen gezien het zware gewicht van eventuele voertuigen en het draaien de wielen wat natuurlijk nog meer druk per oppervlakte geeft.
Onder een oprit zal altijd ongeveer 15 cm puin gestort moeten worden. Daar bovenop kan dan 5 cm wit zand aangebracht worden. Onder tuinpaden en terrassen wordt veelal enkel 10 tot 15 cm wit zand aangebracht. Zowel het puin als het wit zand wordt tweemaal afgetrild. Eventueel kan ook betonpuin onder tuinpaden en terrassen gebruikt worden.
De afwerk-/ toplaag dient geëgaliseerd te worden met behulp van een lat of waterpas. Bestrating dient altijd lichtelijk schuin te liggen voor de waterafvoer. Voor opritten geldt een afschot van gemiddeld 1 a 2 cm per strekkende meter. Voor terrassen en tuinpaden geldt zo’n 1 cm per strekkende meter. Zijn er grotere hoogteverschillen, dan worden er vaak afstapjes gemaakt.
Na het bestraten zal het geheel vaak langs de randen of rondom obstakels ingeknipt moeten worden. Klinkers kunnen ingeknipt of gezaagd worden en tegels dienen altijd gezaagd worden. Dit kan met behulp van een bandenzaag, zaagtafel of slijptol. De bandenzaag wordt hierbij verreweg het meest gebruikt.
Nadat de gehele bestrating erin ligt en eventuele knipstukken en puin verwijderd zijn, dient het geheel bezand te worden. Hier wordt veelal brekerzand voor gebruikt. Nadat de bestrating wat schoongeveegd en ingeveegd is kan het geheel afgetrild worden. (let op, niet alle betontegels mogen afgetrild worden, keramische toplagen mogen sowieso niet afgetrild worden) Bij fragiele bestrating kan er soms ook gebruik gemaakt worden van een rubberen mat die onder de trilplaat bevestigd kan worden. Ga wel altijd na bij de leverancier van de bestrating of deze geschikt is om af te trillen met een trilplaat. Bij aanleg van bestrating die aan getrild dient te worden zal deze zo’n 1 cm hoger gelegd worden dan de uiteindelijke hoogte. De bestrating zal ongeveer 1 cm zakken met trillen. Er dient tweemaal over de oppervlakte getrild te worden, één maal in de lengterichting en één maal in de breedterichting. Dit geldt overigens alleen voor grotere oppervlakten, niet voor paden.